Begroting 2018

Risico's

Naam risico  

Vennootschapsbelasting (Vpb) voor overheidsbedrijven

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Vennootschapsbelasting is een belasting die wordt geheven over de fiscale winst welke door een onderneming is behaald. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Vennootschapsbelastingplichtig indien en voor zover zij een onderneming drijft. Daar waar binnen de gemeente sprake is van het drijven van een onderneming, zal de Vpb-plicht gaan gelden. Het gaat dan om economische activiteiten waarbij de gemeente in concurrentie treedt (of kan treden) met de markt en daarmee winst behaald. Van die gemeentelijke onderdelen zal dan de fiscale winst moeten worden bepaald.
De gemeente doet voor alle activiteiten die fiscaal als onderneming worden aangemerkt gezamenlijk één aangifte. Daardoor kunnen verliezen bij één onderneming worden gesaldeerd met winsten van andere ondernemingen. Indien geconsolideerd een winst wordt behaald dient maximaal 25% Vpb worden betaald.
De gemeente Groningen heeft ter voorbereiding op de invoering haar Vpb activiteiten in beeld gebracht en heeft ondersteund door externe fiscale deskundigheid een inschatting gemaakt van de Vpb effecten. Op grond van deze inventarisaties hebben we onze aanvankelijke inschattingen van te betalen Vpb voor de grondexploitaties, het parkeerbedrijf, Stadsbeheer en overige gemeentelijke activiteiten nader aangescherpt.

De grootste verwachte gevolgen komen uit het parkeerbedrijf en van Meerstad. Voor het Parkeerbedrijf verwachten wij geen fiscale winst. Voor Meerstad wordt op termijn wel een fiscale winst verwacht. De belastingplicht voor Meerstad ligt echter niet bij de gemeente maar bij de GEMM BV.

Risicobedrag 2018

nul

Kans 2018

Risicobedrag 2019

nul

Kans 2019

Risicobedrag 2020

nul

Kans 2020

Risicobedrag 2021

nul

Kans 2021

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

Actie

De voorbereidingsfase is in 2016 afgerond. Net als voor de overige belastingen zijn de taken samenhangend met de Vpb-plicht overgenomen door de lijnorganisatie en onderdeel geworden van reguliere processen. Inmiddels zijn hiertoe o.a. de relevante systemen ingericht en zijn processen beschreven. Hiermee borgen we dat nieuwe activiteiten worden getoetst op mogelijke Vpb effecten.

Daarnaast hebben we samen met een externe fiscalist de consequenties voor de grondexploitaties en het parkeerbedrijf in beeld gebracht. Er hebben in 2016 gesprekken plaatsgevonden met de belastingdienst over de aanpak en gemaakte keuzes. We trachten hiermee een bepaalde mate van zekerheid te krijgen over het uiteindelijke effect van de invoering van de Vpb voor overheidsondernemingen.

In 2018 doen we (uitgesteld) aangifte Vpb over het boekjaar 2016. Dit is de eerste keer dat we als gemeente aangifte Vpb doen. Vpb is voor gemeenten nieuwe wetgeving en er wordt landelijk op onderdelen nog overleg gepleegd over de interpretatie van de wet. Hierdoor bestaat het risico dat gemaakte keuzes wellicht moeten worden herzien en de gevolgen voor de gemeente moeten worden bijgesteld.

Naam risico  

Niet halen bezuinigingen

Programma

Alle programma's

Omschrijving

Om het tekort in het meerjarenbeeld 2017-2020 op te lossen is bij de begrotingen tot en met 2017 een pakket aan bezuinigingsmaatregelen opgesteld van gemiddeld 20 miljoen euro. We moeten er rekening mee houden dat we niet alle voorgenomen bezuinigingen volledig en/of in het gewenste tempo realiseren. We hebben bij de begroting 2018 het risico van elke bezuinigingsmaatregel afzonderlijk beoordeeld. Het risico komt daarmee in 2018 op 4 miljoen euro en vanaf 2019 op 3 miljoen euro. De kans in totaal is 100% omdat de kans van optreden per maatregel is bepaald.  Dit is conform de werkwijze van de risicoboxenmethode.

Risicobedrag 2018

4 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

3 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

3 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

3 miljoen euro

Kans 2021

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2014

Actie

We sturen actief op realisatie van de maatregelen.

Naam risico  

Risico loonstijgingen SW

Programma

Werk en inkomen

Omschrijving

Op 22 december 2015 hebben de VNG en de bonden een onderhandelaarsakkoord bereikt over een nieuwe cao SW. In de begroting 2017 is met een cao-effect voor SW-personeel geen rekening gehouden. De indexatie van de lonen wordt gekoppeld aan de indexatie van het wettelijk minimumloon. De afspraak is gemaakt dat, als het kabinet de loon- en prijsontwikkeling doorgeeft aan de vakdepartementen, deze compensatie wordt doorgegeven aan gemeenten ter dekking van de hogere loonkosten. Een loonsverhoging van 1% heeft een financieel effect van ongeveer 300 duizend euro. Voor de periode 2017-2018 is daarom het risico geschrapt. Na 2018 is de situatie onzeker.

Risicobedrag 2018

 0

Kans 2018

0%

Risicobedrag 2019

300 duizend euro

Kans 2019

0%

Risicobedrag 2020

300 duizend euro

Kans 2020

50%

Risicobedrag 2021

300 duizend euro

Kans 2021

50%

Structureel/
Incidenteel

Structureel

1e signalerings-moment

2012

Actie

Berichtgeving Rijk afwachten

Naam risico  

Terugvordering BTW op reïntegratietrajecten

Programma

Werk en inkomen

Omschrijving

De BTW op kosten voor re-integratietrajecten is vanaf de instelling van het BTW-compensatiefonds verrekend met de Belastingdienst. Naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank van 13 juli 2011 over het verrekenen van BTW op individuele re-integratieactiviteiten is sprake van een risico. In juni 2012 hebben wij informatie ontvangen dat de verrekening van btw wellicht voor een deel niet mogelijk is. Het niet verrekenbare deel zou mogelijk 2/3 deel uitmaken van het totaal.  Als uiteindelijk blijkt dat de BTW ten onrechte is verrekend met het BTW-compensatiefonds, kan dit betekenen dat een deel van de btw over de jaren 2012-2016 moeten worden terugbetaald. Het totaal verrekende bedrag over de genoemde periode bedraagt circa 2 miljoen euro.

In het land tekent zich het beeld af dat terugvordering waarschijnlijk niet aan de orde zal zijn omdat de belastingdienst daarvoor onvoldoende grond heeft. Dit wordt door de fiscalisten bevestigd. Wij streven ernaar om de afrekening met de belastingdienst in 2018 af te ronden, maar zijn daarbij afhankelijk van de snelheid waarmee de belastingdienst dit punt gaat oplossen. Het oorspronkelijke risicobedrag is verlaagd omdat bij afwikkeling in 2018 de jaren 2011 en 2012 verjaard zijn.

Risicobedrag 2018

930 duizend euro

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

0

Kans 2019

0%

Risicobedrag 2020

0

Kans 2020

0%

Risicobedrag 2021

0

Kans 2021

0%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel 

1e signaleringsmoment

Actie

Wij zijn in gesprek met de belastingdienst

Naam risico  

Financiering uitvoering wet BUIG

Programma

Werk en inkomen

Omschrijving

In de begroting 2018 wordt een nadeel op de BUIG voorzien van 7,2 miljoen na de voorgenomen acties om het BUIG-tekort terug te dringen. Hiervoor is extra beleid 2018 beschikbaar gesteld. Bij de BUIG geldt dat relatief geringe afwijkingen in onder meer de hoogte van het aantal uitkeringen en de hoogte van de gemiddelde bijstandsuitkering in absolute bedragen tot substantiele afwijkingen kunnen leiden. Op grond van een inschatting van de kansen op de diverse mogelijke uitkomsten van het eigen risico op de BUIG schatten wij voor het jaar 2018 in dat rekening gehouden moet worden gehouden met een risico van 600 duizend euro en met een risico van 3,8 miljoen euro vanaf 2019.

Risicobedrag 2018

0,6 miljoen euro

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

3,8 miljoen euro

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2020

3,8 miljoen euro

Kans 2020

75%

Risicobedrag 2021

3,8 miljoen euro

Kans 2021

75%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

2014 VGR 2 en Begroting 2015

Actie

In juni hebben wij de raad geïnformeerd over de voorgenomen maatregelen om het BUIG-tekort terug te dringen. Hiervoor investeren wij  in 2018 eenmalig 945 duizend euro waar tegenover verwachte opbrengsten staat ter grootte van 920 duizend euro in 2018, 2,1 miljoen euro in 2019, 1,8 miljoen euro in 2020 en 1,5 miljoen euro in 2021.

Naam risico  

Lening Euroborg

Programma

Economie en Werkgelegenheid

Omschrijving

De Euroborg NV heeft één huurder, waardoor het risico bestaat dat de Euroborg NV niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen richting de gemeente Groningen.

Risicobedrag 2018

7,23 miljoen euro

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

6,95 miljoen euro

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2020

6,65 miljoen euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2021

6,34 miljoen euro

Kans 2021

25%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2006

Actie

Met het aflossen van de lening, loopt het risico jaarlijks terug. Als enig aandeelhouder van de Euroborg NV monitoren wij de NV.

Naam risico  

Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties

Programma

Economie en Werkgelegenheid en Wonen

Omschrijving

Om de risico's die voortvloeien uit de grondexploitaties in uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties te kwantificeren wordt de risicoboxenmethode gehanteerd. Het risico op een plantekort kan voortvloeien uit vertraging in het uitgiftetempo van gronden, uitgifte van gronden tegen lagere grondprijzen dan in de exploitatiebegroting is voorzien, aanbesteding van civieltechnische werken, vertraging in het tempo van realisering, etc.
De risico’s zijn met behulp van de boxenrisicomethode  gekwantificeerd. De omvang van de risico's die verband houden met grondexploitaties en nog in exploitatie te nemen gronden in 2018 bedraagt 122,9 miljoen euro.
Dit risico heeft betrekking op alle lopende grondexploitaties inclusief Meerstad. De uitkomst van de risicoboxensystematiek nemen we, conform de kadernota, geheel mee in onze bepaling van het benodigde weerstandsvermogen, vandaar dat de kans op 100% wordt gesteld. De omvang van het risico is ten opzichte van de rekening 2016 (jaarschijf 2018) jaar gedaald met 32,8 miljoen euro (in jaarschijf 2021 is het 24,7 miljoen euro).
De verlaging van het risico ontstaat door een actualisatie het gehanteerde rentepercentage en kostenindex bij de risicoboxenmethode op basis van actuele ontwikkelingen en verwachtingen. De belangrijkste aanpassing is de rente. Sinds de vaststelling van de risicoboxenmethode is de rente aanzienlijk gedaald. Daarom verlagen we de gehanteerde rente 4% naar 2,5%. Dit leidt tot een afname van het weerstandsvermogen.

Het risico voor de gemeentelijke grondexploitatie (exclusief Meerstad) komt in 2018 op 38,2 miljoen euro.

De grondexploitatie Meerstad sluit bij de huidige veronderstellingen met een voordeel op eindwaarde van bijna 170 miljoen euro. Met deze buffer kunnen risico’s worden opgevangen. Dit verlaagt het risico in 2018 met 18 miljoen euro. Ondank de verlaging blijft het risico nog relatief hoog. In 2018 gaat het om 84,7 miljoen euro. Dit komt door een hoge boekwaarde (circa € 300 miljoen) dat de komende jaren nog verder zal oplopen tot circa 340 miljoen euro. Deze kosten moeten worden terugverdiend met de afzet van grond. Dit is het grootste risico in de grondexploitatie. Na 2023 verwachten we dat het risico zal gaan dalen omdat de boekwaarde dan  gaat afnemen en de rentekosten voor Meerstad lager worden als gevolg van de recente rente herzieningen.

Risicobedrag 2018

122,9 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

125,5 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2020

128,8 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2021

123,6 miljoen euro

Kans 2021

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2004

Actie

De risicoboxenmethode is gebaseerd op het boxenmodel van de lopende grondexploitaties. Voor het bepalen van de noodzakelijke omvang van de egalisatiereserve zijn de in box III aangegeven risico’s van de lopende grondexploitatie relevant. Box III geeft inzicht in de risico’s van het project welke niet opgenomen zijn in de projectbegroting/grondexploitatie. De risico’s en het effect op het weerstandsvermogen van nieuwe (grote) projecten maken we afzonderlijk inzichtelijk.

Naam risico  

Verkoop panden voor dekking kapitaallasten VMBO Noordoost/West

Programma

Jeugd en onderwijs

Omschrijving

De raad besloot op 29 september 2010 vijf percelen te verkopen en de opbrengst (geraamd op 6,1 miljoen euro) in te zetten voor de dekking van kapitaallasten van de nieuw gerealiseerde vmbo-scholen. Wij hebben in 2011 één van de percelen verkocht en één pand kreeg een voortgezet onderwijsgebruik. Het alsnog benutten van dit pand voor onderwijshuisvesting is gedaan om vanuit een breed perspectief de mogelijkheden optimaal te benutten en kosten te besparen. In 2015 is de Heinsiusstraat verkocht. Daarmee blijft alleen Travertijnstraat 12 nog over om te verkopen voor de dekking van dit risico.

De opbrengst van het pand aan de Travertijnstraat van 2,3 miljoen euro  kan de komende jaren niet worden gerealiseerd, omdat dit pand voor een periode van 5 jaar wordt verhuurd aan stichting Backbone voor onder meer de huisvesting en begeleiding van jongeren. De huuropbrengst wordt gebruikt voor de instandhouding van het gebouw en de zakelijke lasten. De kapitaallasten zijn niet gedekt en de huuropbrengst levert de komende 5 jaar geen bijdrage aan de dekking van de kapitaallasten van de investering in de nieuwe vmbo-scholen. Deze optie is ontwikkeld voor het onderbrengen van het Backbone-initiatief en omdat de marktomstandigheden voor verkoop van het pand Travertijnstraat op dit moment minder gunstig zijn.

Risicobedrag 2018

129 duizend euro

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

129 duizend euro

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2020

129 duizend euro

Kans 2020

75%

Risicobedrag 2021

129 duizend euro

Kans 2021

75%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Augustus 2014

Actie

In 2015 hebben wij het gebouw aan de Canadalaan en in 2016 een gebouw aan de Helperwestsingel verkocht. Deze gebouwen stonden niet op de oorspronkelijke lijst van panden voor de dekking van vmbo-scholen. Na goedkeuring van de raad zijn deze verkoopopbrengsten gedoteerd aan de reserve VMBO. Na deze dotaties bedraagt de te realiseren verkoopopbrengst nog 2,1 miljoen euro hetgeen een resterend risico van 129 duizend euro structureel vanwege de jaarlijkse kapitaallasten betekent.

Zoals eerder aan de raad gemeld willen we ook in de toekomst opbrengsten uit verkoop van onderwijspanden aan de raad voorleggen als dekking van dit risico. Daarmee willen wij dit risico verkleinen dan wel weg werken.

Het gebouw aan de Travertijnstraat 12 is in gebruik gegeven aan Backbone tot 2020. Dat betekent dat een deel van het risico blijft bestaan tot Travertijnstraat 12 is verkocht. Dekking van de kapitaallasten wordt momenteel gevonden binnen het budget onderwijshuisvesting. Dat kan alleen zolang er nog reserve is. De reserve staat wel onder druk.

Naam risico  

Risico's sociaal domein

Programma

Welzijn, gezondheidszorg en Vernieuwing sociaal domein

Omschrijving

Wij hebben omvangrijke bezuinigingen op de zorgkosten ingeboekt als gevolg van de decentralisaties die in 2015 naar de gemeente zijn overgekomen. In het Beleidsplan en het Uitvoeringsplan Vernieuwing Sociaal Domein hebben we de richting aangegeven hoe we deze rijksbezuinigingen structureel willen opvangen. Wij hebben daarbij nog steeds te maken met onzekerheden, omdat zorgaanbieders in een ontwikkel/groeifase van dit veranderende sociaal domein zitten en wijzelf ook nog deels in opbouw zijn om optimaal uitvoering te geven aan deze extra taken. Denk daarbij aan verzelfstandiging van de Wij, het inrichten van een goede monitor voor het sociaal domein en de inrichting van het GON. Op grond van gegevens over werkelijk verleende zorg door zorgaanbieders en de daarbij behorende kosten passen wij onze prognoses over de kosten regelmatig aan.

Het risico sociaal domein onderscheiden wij in een risico op zorggebruik, een risico op de transformatie van dure naar goedkopere zorg en een risico huisvesting van de WIJ-teams.

Het risico op zorggebruik houdt in dat onzeker is hoeveel mensen zorg nodig hebben. Dat aantal kan toenemenen en het type zorg dat nodig is kan intensiever zijn. Ook kunnen nieuwe aanbestedingen extra kosten met zich meebrengen. Ten slotte is onzeker in hoeverre afgegeven indicaties daadwerkelijk worden besteed. Bij de inschatting van dit risico houden we rekening met ontwikkeling van indicatiewaarde en verzilveringspercentages.

Het risico op transformatie houdt in dat het onzeker is dat de geraamde besparing van dure naar goedkopere zorg daadwerkelijk gerealiseerd wordt.  De getroffen maatregelen om deze transformatie te realiseren betreffen o.m. de organisatie van de toegang via de WIJ-teams, herindicaties en investeringen in innovatie. Of en in welke mate deze maatregelen het beoogde transformatie-effect opleveren hebben we in onderzoek. Het risico dat hieraan verbonden is niet gewijzigd ten opichte van het beeld van vorig jaar.

Voor de huisvesting WIJ-teams zijn en worden door Directie-Vastgoed huurcontracten afgesloten voor 5 jaar. Daarnaast doen wij investeringen in eigen panden met een afschrijvingstermijn van gemiddeld 12,5 jaar. Met het oog op de huidige discussie over de toekomst van de WIJ-teams en de locaties na 2017, betekent dit een risico van maximaal 0 ,5 miljoen euro (kans * effect).

De risicobedragen van de genoemde onderdelen (zorggebruik, transformatie en huisvesting WIJ) zijn tot stand gekomen door voor verschillende bandbreedtes te bepalen wat de kans is dat het risico binnen de betreffende bandbreedte valt. Omdat daarbij al rekening wordt gehouden met de kans dat het risico binnen bepaalde bandbreedtes valt, wordt de uitkomst volledig meegenomen bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen.
Het totale structurele risico VSD komt daarmee voor 2018 op  6,2 miljoeneuro (kans * effect). Dat is iets meer dan in de jaarschijf 2017  i.v.m. toegenomen transformatiericico. Dat loopt daarna nog iets verder op. Dit is nagenoeg conform het beeld uit begroting 2017 en jaarrekening 2016. 

Risicobedrag 2018

6,2 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

6,2 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

6,7 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

6,7 miljoen euro

Kans 2021

100%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Maart 2014

Actie

Eind 2016 is er een stadsbrede dekking van WIJ-teams. Binnen deze teams moet de omslag plaatsvinden van ‘hulpverlenen’ naar ‘ondersteunen en faciliteren’. Voor zowel het zorggebruik- als transformatie risico geldt dat naarmate meer informatie beschikbaar is en we het beter kunnen monitoren het zorggebruik en transformatie effect nauwkeuriger in de begroting kunnen ramen. Hiermee zal het begrotingsrisico verminderd kunnen worden. 
Wat betreft het risico huisvesting WIJ-teams geldt dat zolang het huidige beleid ten aanzien van huisvesting WIJ-teams wordt voortgezet zal het risico zich niet voordoen.

Naam risico  

Wijziging in BTW-regelgeving en sport

Programma

Sport en bewegen

Omschrijving

Het Rijk is van plan het Sportbesluit aan te passen. Een van de aanpassingen is de BTW-vrijstelling op (oude) investeringen en onderhoud van (sport)accommodaties. We lopen een structureel risico van 1,4 miljoen euro en een incidenteel risico van 1,5 miljoen euro in verband met de BTW op (oude) investeringen. Het lijkt er op dat er geen herziening komt op (oude) investeringen maar dat is nog lang niet zeker. Omdat het Rijk nog een wetsvoorstel moet indienen gaan we ervan uit dat het risico zich op zijn vroegst voordoet vanaf 2019.

Risicobedrag 2018

0

Kans 2018

0%

Risicobedrag 2019

1,4 miljoen euro en 1,5 miljoen euro

Kans 2019

50%

Risicobedrag 2020

1,4 miljoen euro

Kans 2020

50%

Risicobedrag 2021

1,4 miljoen euro

Kans 2021

50%

Structureel/Incidenteel

1,4 miljoen euro structureel en 1,5 miljoen euro incidenteel

1e signaleringsmoment

2014 VGR 2 en Begroting 2015

Naam risico  

Bedrijfsrisico Sport 050

Programma

Sport en bewegen

Omschrijving

Sport050 kent een afhankelijkheid van de economische conjunctuur en het weer. Wij houden rekening met een specifiek bedrijfsrisico ter hoogte van circa 10% van de tarief-gerelateerde omzet. Die omzet is circa 5,7 miljoen euro.

Risicobedrag 2018

570 duizend euro

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

570 duizend euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

570 duizend euro

Kans 2020

25%

Risicobedrag 2021

570 duizend euro

Kans 2021

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Actie

Het blijvend stimuleren van het gebruik van de voorzieningen.

Naam risico  

Exploitatie Groninger Forum

Programma

Cultuur

Omschrijving

Het Forum opent in 2019. Het financiële risico op de Forumexploitatie is door een reeks maatregelen verder teruggebracht. Op dit moment bedraagt het berekende structurele tekort op de begroting bij aanvang van het Forum 430 duizend euro (ca. 3 procent van de begroting). Dit was in 2013 nog 1,1 miljoen. Met de resterende tijd tot aan het moment van opening en de benodigde reserves voorhanden, liggen we op koers voor onze opdracht tot een sluitende Forumexploitatie te komen. Uiteraard zijn er tot de start van het Forum en in de periode daarna nog diverse onzekerheden. Onze inspanningen zijn erop gericht deze zo veel mogelijk weg te nemen en de risico’s te beheersen. Opent het Forum, dan sluit de begroting, met als streven een zo robuust mogelijke onderbouwing van de cijfers.

Risicobedrag 2018

430 duizend euro

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

430 duizend euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

430 duizend euro

Kans 2020

25%

Risicobedrag 2021

430 duizend euro

Kans 2021

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signalerings
moment

Rekening 2014

Actie

Samen met het Groninger Forum worden de ontwikkelingen in de exploitatie gevolgd.

Naam risico  

Bedrijfsrisico werkmaatschappijen OPSB en CBK

Programma

Cultuur

Omschrijving

Een deel van de inkomsten van de directies Oosterpoort Stadsschouwburg (OPSB) en CBK  zijn afhankelijk van de economische conjunctuur. Wij houden rekening met een bedrijfsrisico van 10% van de omzet van circa 8 miljoen euro voor OPSB en 500 duizend euro voor CBK.
We gaan ervan uit dat het CBK verzelfstandigt met ingang van 2019. Onderdeel CBK is daarom vanaf 2019 niet meer opgenomen in het risico.

Risicobedrag 2018

850 duizend euro

Kans 2018

25%

Risicobedrag 2019

800 duizend euro

Kans 2019

25%

Risicobedrag 2020

800 duizend euro

Kans 2020

25%

Risicobedrag 2021

800 duizend euro

Kans 2021

25%

Structureel/
Incidenteel

1e signaleringsmoment

Actie

 Het blijvend stimuleren van het gebruik van de voorzieningen.

Naam risico  

Parkeerbedrijf

Programma

Verkeer

Omschrijving

In de meerjarenprognose 2012 is een eerste aanzet gegeven voor een gevoeligheidsanalyse om inzicht te krijgen in de omvang van de risico’s en het benodigde weerstandsvermogen. Door de toename van de omvang van de vastgoedportefeuille (vooral parkeergarages) nemen de risico’s ook navenant toe.
Voor het bepalen van het risico van het parkeerbedrijf wordt een risicoanalyse uitgevoerd voor de onderdelen: rente, opbrengsten en kosten, ov-bijdrage, bezettingsgraad parkeergarages en straatparkeren.
Op basis van de meerjarenprognose 2017 is het incidentele risico gekwantificeerd op  2,86 miljoen euro voor de periode 2018-2021. Rekening houdend met de kans van optreden vraagt dit een weerstandsvermogen van 2,57 miljoen euro voor de periode tot en met 2021.
Voor de gehele looptijd (doorgerekend tot en met 2027) bedraagt het risicobedrag circa 10,0 miljoen euro (2016 12,1 miljoen euro  over de periode tot en met 2026). Rekening houdend met de kans van optreden komt dit neer op een benodigd weerstandsvermogen van 9 miljoen euro. De afname van 2,1 miljoen euro wordt verklaard door:  
- lagere ROP -/- 0,2 miljoen euro                                                                                                       - hoger risico kosten en opbrengsten +/+ 0,2 miljoen euro
- lager risico Damsterdiep -/- 2,3 miljoen euro                                                                                  - hoger risico euroborg en forum +/+ 0,3 miljoen euro         
- lager risico boterdiep -/-0,5 miljoen euro
- hoger risico bij de naheffingen straatparkeren +/+ 0,4 miljoen euro.

Risicobedrag 2018

2,85 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

3,66 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2020

4,25 miljoen euro

Kans 2020

100%

Risicobedrag 2021

4,76 miljoen euro

Kans 2021

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signalerings-moment

Al jaren in P&C-documenten

Actie

Wij zullen jaarlijks het benodigde weerstandsvermogen opnieuw berekenen.

Naam risico  

Verkeer en vervoersprojecten

Programma

Verkeer

Omschrijving

De risico's bij verkeersprojecten hebben voornamelijk betrekking op de omvang van de investeringskosten. Vooraf worden de risico's zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben. Bij kleinere verkeersprojecten (onder de 5 miljoen euro) houden we geen rekening met een risico. Deze projecten worden uitgewerkt tot en met het definitief ontwerp voordat een kredietaanvraag wordt gedaan. In de praktijk blijken zich op deze projecten nauwelijks afwijkingen voor te doen. Bij de grote verkeersprojecten houden we rekening met een risico van 10% van de investeringskosten.
Voor de lopende projecten verkeer en vervoer is de omvang van het risico nihil. In de begroting van de projecten van boven de 5 miljoen euro is in het risico voorzien. Hierin wordt middels een onvoorzien deel geanticipeerd op eventuele risico's.
De investeringen die voortvloeien uit de Netwerkanalyse zijn buiten beschouwing gelaten. We beschouwen deze kredieten als taakstellend. Als een afzonderlijke maatregel goedkoper of duurder uitvalt kan tussentijds worden bijgestuurd. We achten het risico minimaal en hebben deze projecten daarom buiten de risicoberekening gelaten.

Risicobedrag 2018

nul

Kans 2018

nvt

Risicobedrag 2019

nul

Kans 2019

nvt

Risicobedrag 2020

nul

Kans 2020

nvt

Structureel
/Incidenteel

nul

1e signalerings-moment

nvt

Actie

Voorafgaand aan investeringen worden risico’s van verkeersprojecten zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben. Daarnaast wordt per project de mogelijkheid bekeken om bij te sturen.

Naam risico  

Bezwaarprocedures bouwleges

Programma

Wonen

Omschrijving

Er loopt op dit moment nog 1 procedure over de hoogte van de bouwleges. Het totale risico is gekwantificeerd op 414.000. De kans is geschat 50%. Rekening houdend met de kans op voordoen komen wij op een benodigd weerstandsvermogen van 207 duizend euro.

Risicobedrag 2018

Kans 2018

Risicobedrag 2019

414 duizend euro

Kans 2018

50%

Risicobedrag 2020

Kans 2019

Risicobedrag 2021

Kans 2021

Structureel/
Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2008

Actie

Inzet stadsadvocaat t.b.v. verweer in procedures

Naam risico  

Gemeentelijk aandeel risico project Warmtenet BV/Geothermie

Programma

Wonen

Omschrijving

WarmteStad is gelijktijdig met het opstellen van de business case gestart met risicomanagement. In verschillende fasen zijn er risicosessies geweest en tussentijds is er steeds aandacht geweest voor het identificeren, beheersen en financieel vertalen van risico's. Hiervoor is gebruik gemaakt van de online tool RiskID om dit proces consistent en effectief te laten verlopen. Voor het onderdeel geothermie zijn bovenop het reguliere proces van risicomanagement nog aparte sessies georganiseerd met landelijk erkende specialisten en ervaringsdeskundigen op gebied van geologie, mijnbouw en geothermie. Zo is gedurende het proces structureel aandacht voor risico's geweest en zijn veel risico's geminimaliseerd, gepasseerd en beheerst. De resterende risico's zijn financieel vertaald in de business case. Bepalend voor de hoogte ven het weerstandsvermogen zijn drie risico's:
1. Geothermische bron functioneert niet;
2. Onderneming presteert financieel minder den de prognose;
3. Faillissement.
In de begroting 2016 is  1 miljoen euro gereserveerd als weerstandsvermogen voor het verstrekken van 7 miljoen euro aandelenkapitaal voor Geothermie Noordwest. Dit is 14% van 7 miljoen euro. Beoordeeld is of dit bedrag voldoende is.

1) Geothermische bron functioneert niet
Wanneer de geothermische bron onverhoopt geen of onvoldoende vermogen levert is 85% van de ondergrondse investeringen vanuit de Regeling Nationale EZ Subsidies (RNES) afgedekt. 15% van dit risico is voor de initiatiefnemer. Naast het restrisico op de boorkosten (1,5 miljoen euro) is er dan sprake van extra stookkosten (1,5 miljoen euro) voor de overgangsperiode ven twee jaar tot ingebruikname biomassacentrale.
Samen vormt dit 3 miljoen euro. De warmteonderneming die verder gaat op biomassa willen wij niet belasten met een restschuld uit de mislukte geothermische bron. Uitgaande van een risicoverdeling die we nu voorzien tussen gemeente/Waterbedrijf Groningen/Provincie Groningen is het gemeentelijk aandeel in dit risico circa 1,3 miljoen euro.
Voor beide andere risico’s zijn de beheersmaatregelen voldoende.

In 2017 heeft extra vervolgfinanciering plaatsgevonden, middels het verstrekken van een overbruggingskrediet voor geothermie en lening voor overname NDEA BV. Met WarmteStad begeven wij ons in een sector waar wij als gemeente weinig ervaring hebben. Daarom is ons er alles aan gelegen om een veilige marge te hanteren voor het beschikbaar stellen van een extra bijdrage aan het weerstandsvermogen. Alles overziend menen wij daarom dat een extra reservering van 726 duizend euro als risicobuffer voldoende is als weerstandsvermogen.

Er zit een groot verschil tussen het risicoprofiel van de WKO’s en geothermie en warmtenet Noordwest. Ook de fase waarin WarmteStad zit, bepaalt de grootte van het risicoprofiel. Wanneer de eerste boring van de geothermische bron aantoont dat de bron het verwachte vermogen levert, wordt het risicoprofiel van als geheel WarmteStad kleiner.  Daarom is het voorstel het risicoprofiel van de verbonden partij WarmteStad jaarlijks bij te stellen, te beginnen met zodra de geothermische bron functioneert.

Risicobedrag 2018

2,02 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2019

2,02 miljoen euro

Kans 2018

100%

Risicobedrag 2020

2,02 miljoen euro

Kans 2019

100%

Risicobedrag 2021

2,02 miljoen euro

Kans 2021

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2017

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken

Naam risico  

Aanpak spoedlocaties en overige risico's bodemsanering

Programma

Onderhoud en beheer openbare ruimte

Omschrijving

In het convenant ‘bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties’ is afgesproken dat in 2015 alle bodemverontreinigingen gesaneerd of beheerst zijn die een risico voor de mens vormen (humane spoedlocaties). Daarnaast is afgesproken dat de bodemverontreinigingen die onaanvaardbare risico’s bevatten voor het ecosysteem en/of bijdragen aan de verspreiding van de verontreiniging (de overige spoedlocaties), ook zoveel mogelijk gesaneerd of beheerst zijn. Nagenoeg alle locaties zijn in 2015 beheerst of gesaneerd.
Daarnaast kunnen zich, los van de spoedlocaties, nieuwe situaties aandienen waarbij sprake is van risico's (schadeclaims, saneringen en randvoorwaarden bodem). Er wordt een risicobedrag van 2,2 miljoen euro gehanteerd. Voor de kosten van bodemsaneringen, het afdekken van mogelijke schadeclaims en onvoorziene zaken is de bestemmingsreserve bodemsanering beschikbaar.

Risicobedrag 2018

2,2 miljoen euro

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2019

2,2 miljoen euro

Kans 2018

75%

Risicobedrag 2020

2,2 miljoen euro

Kans 2019

75%

Risicobedrag 2021

2,2 miljoen euro

Kans 2021

75%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2001

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken

Naam risico  

Renterisico

Programma

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De renteveronderstellingen voor de begroting zijn gebaseerd op de in het voorjaar bij het meerjarenbeeld verwachte ontwikkeling van de rente. De werkelijke renteontwikkeling kan hoger of lager uitvallen. Een beperkte afwijking zal zich zeker voordoen. Mutaties in de rente hebben gevolgen voor het resultaat. Het risico op een netto voordelig resultaat is even groot als het risico op een netto nadelig resultaat.

Risicobedrag 2018

nul

Kans 2018

Risicobedrag 2019

nul

Kans 2019

Risicobedrag 2020

nul

Kans 2020

Risicobedrag 2021

nul

Kans 2021

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Doorlopend

Actie

We hebben een rente egalisatie reserve waarmee schommelingen in het resultaat als gevolg van de renteontwikkeling opgevangen kunnen worden. De omvang van deze reserve is 1,75 miljoen euro. Bij vaststelling van het ROP houden we rekening met toekomstige rente stijgingen.

Naam risico  

Gemeentefonds

Programma

Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald door de omvang en verdeling van het gemeentefonds. De omvang is gekoppeld aan de groei van de rijksbegroting. De huidige raming van de hoogte van de algemene uitkering is gebaseerd op de septembercirculaire 2017.

Vanaf 2015 is landelijk circa 10 miljard euro toegevoegd aan het gemeentefonds voor uitvoering van de decentralisaties in het sociaal domein. De omvang van het gemeentefonds stijgt hierdoor landelijk tot circa 26 miljard euro in 2018. Het gemeentefonds is hierdoor de vierde grootste uitgavenpost op de rijksbegroting. Groningen ontvangt voor de uitvoering van de decentralisaties 180,4 miljoen euro in 2018 (stand septembercirculaire 2017).
De voorgenomen overheveling per 2018 van de integratie uitkering Sociaal domein naar de algemene uitkering is uitgesteld. Eerst moeten afspraken gemaakt worden over de structurele indexering van budgetten. Naar verwachting vindt de overheveling niet eerder plaats dan in 2019.

Momenteel wordt gewerkt aan een herziening van de financiële verhoudingen. De laatste herziening van de financiële verhoudingen stamt uit 1997. Sindsdien is er veel veranderd in de opgaven voor gemeenten. Bijvoorbeeld de decentralisaties in het sociale domein en de toenemende regionale samenwerking op tal van terreinen. Juni 2017 is een rapport verschenen (‘Rekening houden met het verschil’) van de stuurgroep die de opdracht heeft gekregen om een probleemanalyse te maken van de toekomstbestendigheid van het stelsel van financiële verhoudingen tussen Rijk en gemeenten en mogelijke oplossingsrichtingen te verkennen. In dit rapport staan aanbevelingen die nader uitgewerkt dienen te worden. Een herziening van de financiële verordening vraagt om een goed uitwerkingsproces en een zorgvuldige implementatie die enkele jaren zal duren. Een aanpassing zal waarschijnlijk leiden tot herverdeel effecten tussen gemeenten. Om gemeenten de gelegenheid te geven zich hierop aan te passen zal een transitieperiode worden afgesproken. Eventuele financiële gevolgen voor gemeenten zijn op dit moment nog niet bekend.

Het BTW-compensatiefonds (BCF) is in stand gebleven. Aan de omvang van dit fonds is een plafond gekoppeld. Overschotten of tekorten op het fonds worden verrekend met het gemeentefonds. In de septembercirculaire 2017 is de verwachte benutting van het BCF geactualiseerd. Het Rijk verwacht een lagere onderschrijding op het fonds. De negatieve bijstelling wordt verrekend met de algemene uitkering. Aangezien we geen betrouwbaardere inschatting kunnen maken van een tekort of overschot op dit fonds nemen we de raming van het rijk op in de algemene middelen. Wanneer hier een actualisatie op plaats vindt, verrekenen we deze ook met de algemene middelen.

Risicobedrag 2018

We hanteren het uitgangspunt dat specifieke kortingen (en uitzettingen) vanuit het rijk één op één met de sector worden verrekend. Voor het overige hanteren we een maximale omvang van het risico van 5% van de ingeschatte algemene uitkering. Het risico bedraagt maximaal 22,6 miljoen euro (naar boven of naar beneden), waarbij de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel.

Kans 2018

We gaan er vanuit dat de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel, hierdoor reserveren we hiervoor geen specifiek weerstandsvermogen.

Risicobedrag 2018

Kans 2018

Risicobedrag 2019

Kans 2019

Risicobedrag 2020

Kans 2020

Risicobedrag 2021

Kans 2021

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

1995

Actie

Forse afwijkingen worden zoveel mogelijk voorkomen en verkleind door het realistisch en stabiel ramen van de uitkeringen.

Naam risico  

Vezekeringen

Programma

14.1 Algemene ondersteuning

Omschrijving

Binnen de Gemeente Groningen zijn er een aantal risico's welke niet afgedekt zijn door verzekeringen. De kans op het zich voordoen van deze risico's is dermate klein maar de impact ervan kan groot zijn. De risico's welke hieronder vallen zijn fraude/berovingsrisico, milieuschade en cybercrime.

Risicobedrag 2018

pm

Kans 2018

Risicobedrag 2019

pm

Kans 2019

Risicobedrag 2020

pm

Kans 2020

Risicobedrag 2021

pm

Kans 2021

Structureel/Incidenteel

S

1e signaleringsmoment

Begroting 2018

Actie

Door het nemen van interne beheersingsmaatregelen worden de risico's beperkt.