Begroting 2018

Financiële knelpunten en ambities 2018

In het volgende overzicht staan alle knelpunten opgenomen die zijn geïnventariseerd bij de begroting 2018.

Knelpunten

2018

2019

2020

2021

I/S

21. Groot onderhoud en vervangingen (incidenteel)

-137

I

Groot onderhoud en vervangingen (structureel)

-304

S

22. Bijzondere bijstand

-1.900

-1.100

-1.100

-1.100

S

23. Collectieve zorgverzekering

-255

-255

-255

-255

S

24. BUIG – tekort 2017

-7.412

I

BUIG – vangnetregeling 2016

1.000

I

BUIG – tekort 2018

-8.135

I

BUIG – kosten maatregelen 2018

-945

I

BUIG – opbrengst maatregelen 2018

920

I

25. Omgevingswet

-1.000

I

26. Informatieveiligheid

-225

-225

-225

-225

S

27. Onderhoud Oosterpoort

-1.160

-1.160

-1.160

-1.160

S

28. Vervanging gele stenen binnenstad

-75

-148

-214

-252

S

29. Uitvoering taken omgevingslawaai (incidenteel)

-47

I

Uitvoering taken omgevingslawaai (structureel)

-50

-50

-50

-50

S

30. Subsidie- en uitvoeringskosten SW

-665

-785

-250

0

I

31. Veiligheidsregio

-936

-978

-1.044

-811

S

32. Wmo/BW/Jeugd

-8.200

-6.400

-5.300

-4.300

I

33. Aanpak kindermishandeling 2018

-100

-100

-100

-100

S

34. Alternatief vervoer binnenstad

-125

-125

I

35. Schoonmaak sport accommodaties (incidenteel)

-21

I

Schoonmaak sport accommodaties (structureel)

-132

-132

-132

-132

S

36. Bijdrage integraal gebiedsgericht werken

-1.935

-850

I

37. Strategische positionering

-200

I

38. Revitalisering Stadhuis (incidenteel)

-379

-379

-379

I

Revitalisering Stadhuis (structureel)

-589

S

39. Omgevingsdienst  Groningen

-200

-200

-200

-200

S

40. Ontwikkeling vluchtelingen, asielzoekers en statushouders

-300

-300

I

41. Energieaanpak gebouwen

-90

-90

-90

-90

S

42. Uitvoering watervisie

-220

I

43. Aanpak mensen met verward gedrag

-40

-40

-40

-40

S

44. Interne verzelfstandiging OPSB

-75

-75

I

45. Verzelfstandiging CBK

-343

-326

-54

-22

I

46. Structurele kapitaallasten ruilmiddelen

-1.254

-1.800

-1.800

-1.800

S

47. School Meerstad

-394

-394

-394

S

48. Voeding Stedelijk investeringsfonds

-17.323

I

49. MFA de Wijert

-140

-140

-140

S

50. Effecten knelpunten op SSC

-392

-301

-251

-251

S

Knelpunten 

-52.214

-16.353

-13.178

-12.352

21. Groot onderhoud en vervangingen
De komende jaren zijn diverse voorzieningen in de openbare ruimte aan vervanging toe. De kosten voor onderhoud in de eindfase worden te hoog worden of de voorziening is technisch is afgeschreven. In de begroting 2017 zijn de benodigde middelen tot en met 2020 opgenomen. Jaarlijks bij het opstellen van de begroting brengen we in beeld wat de benodigde middelen voor de komende 4 jaar zijn. Voor de begroting 2018 leidt dot tot een knelpunt in de jaarschijf 2021 van 304 duizend euro structureel en 137 duizend euro incidenteel.

22. Bijzondere bijstand
Het tekort op de bijzondere bijstand in 2016 was 2,2 miljoen euro. Hiervoor is een aantal oorzaken aan te wijzen:

  • een groei in het aantal vergoedingen voor bewindvoering;
  • een toename van het aantal aanvragen door de invoering van de participatiewet (meer bijstandsgerechtigden) en toeleidingen vanuit de WIJ-teams;
  • het aantal jongeren (voornamelijk statushouders) dat een beroep doet op de aanvullende bijstand.

Zonder aanpassingen in beleid of werkwijze zal het tekort zich naar verwachting ook in 2018 voordoen. Door het beschermingsbewind zelf te gaan uitvoeren verwachten we het tekort omlaag te kunnen brengen. Voor 2018 gaat het verwachte tekort omlaag naar 1,9 miljoen euro en vanaf 2019 bedraagt het verwachte tekort op de bijzondere bijstand 1,1 miljoen euro.

23. Collectieve zorgverzekering
Inwoners van de gemeente Groningen met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum kunnen deelnemen aan de collectieve zorgverzekering voor minima van Menzis. Menzis biedt een korting van 9% aan op de premie van de aanvullende verzekering. Tot en met 2016 kwam deze premiekorting ten goede aan de gemeente. Uw raad heeft in december 2016 besloten de premiekorting bij de collectieve zorgverzekering vanaf 2017 door te geven aan de cliënten.
De kosten hiervan zijn 330 duizend euro structureel. Daarnaast is de definitieve hoogte bekend gemaakt van de gemeentelijke bijdrage per 2018 waarmee de extra’s in het collectieve pakket worden betaald. De bijdrage valt structureel 75 duizend euro lager uit. Het totale knelpunt komt hiermee uit op 255 duizend euro. De raad heeft besloten de kosten vanaf 2018 mee te nemen bij de begrotingsvoorbereiding en de AER weer aan te vullen voor de kosten die zijn gedekt door een onttrekking aan de AER. De aanvulling van de AER is verwerkt via het meerjarenbeeld waar u in juli 2017 mee heeft ingestemd.

24. BUIG
Bij de jaarrekening 2016 heeft de raad besloten het tekort op BUIG 2017 ad 8,7 miljoen euro voor 7,4 miljoen euro te dekken door een onttrekking aan het weerstandsvermogen. Het resterende tekort wordt opgevangen met het besteedbaar resultaat van 1,3 miljoen euro over 2016. De onttrekking aan het weerstandsvermogen willen we aanvullen in 2018, anders leidt dit tot een verslechtering van de ratio weerstandsvermogen. Deze lijn sluit aan bij de brief over de BUIG die we u oktober 2016 hebben gestuurd (5955654). Ondertussen is bekend geworden dat we een hogere bijdrage uit de vangnetregeling 2016 ontvangen van 1 miljoen euro. Dit leidt er toe dat de benodigde aanvulling van het weerstandsvermogen verlaagd wordt tot 6,4 miljoen euro.

In 2018 verwachten we een tekort op de BUIG van 8,1 miljoen euro. Voor een deel (circa 3,1 miljoen euro) wordt dit veroorzaakt doordat de gemiddelde uitkering in Groningen hoger is dan de gemiddelde uitkering waarmee het Rijk rekent bij het bepalen van het budget. Het Rijk houdt bij het bepalen van de gemiddelde uitkering rekening met de baten die gemeenten kunnen realiseren, bijvoorbeeld met terugvorderingen, alimentatie en inkomsten uit deeltijd werk. Er zijn echter objectieve factoren aan te wijzen waarom gemeenten niet dezelfde mogelijkheden hebben om inkomsten te realiseren. Het verdeelmodel houdt geen rekening met deze objectieve factoren. Mogelijk wordt het verdeelmodel op dit punt aangepast. Dit is dus onzeker voor het budget in 2018 en verder.
Daarnaast verwachten we een tekort door een ontoereikend macrobudget van 3,55 miljoen euro. Dit wordt veroorzaakt door een rekenregel van het CPB. Dit punt wordt onder de aandacht van het nieuwe kabinet gebracht.
Het resterende deel van het tekort (1,5 miljoen euro) wordt veroorzaakt door de bekostiging van het structurele vangnet voor de compensatie van tekorten. De compensatie van gemeenten wordt in mindering gebracht op het macrobudget BUIG.

We willen met aanvullende maatregelen het tekort proberen terug te brengen. Het gaat om een pakket maatregelen op het gebied van handhaving / screening, mensen met een parttime functie uit laten stromen naar werk, intensieve begeleiding van jongeren, het werken met vouchers voor werkgevers die mensen uit de bijstand in dienst nemen en het toepassen van de methodiek “mobility mentoring”. Deze maatregelen kosten geld (0,945 miljoen euro), maar leveren naar verwachting (structureel) meer op.

Rekening houdend met de opbrengsten van de maatregelen die we willen inzetten om het tekort terug te dringen gaan we voor 2018 vooralsnog uit van een tekort van 7,2 miljoen euro (8,135 miljoen euro - 0,920 miljoen euro = 7,215 miljoen euro). Voor de jaren daarna houden we rekening met een risico voor tekorten financiering wet BUIG in het weerstandsvermogen.

25. Omgevingswet
De invoering van de Omgevingswet is opnieuw uitgesteld. Op dit moment is nog niet bekend per wanneer de wet wordt ingevoerd. De werkzaamheden ter voorbereiding op de invoering van de wet lopen door. Voor de gemeente Groningen zal de komende jaren één omgevingsplan moeten worden opgesteld, waarin alle regels uit alle bestemmingsplannen en vele gemeentelijke verordening verwerkt dienen te worden.
Ten behoeve van het project Implementatie Omgevingswet zijn extra financiële middelen nodig om tot een goede implementatie te komen. Er zijn extra middelen nodig voor het digitaliseren van het (bouw)archief en de digitalisering van de werkprocessen. Dit is nodig om de Omgevingswet goed in te voeren. Daarnaast zijn extra middelen nodig om pilots uit te voeren en het verplichte omgevingsplan te maken.

De Omgevingswet biedt nog geen duidelijkheid over wat precies noodzakelijk is en hoe het landelijke digitale stelsel Omgevingswet (DSO) eruit ziet. Daarom hebben we vooralsnog alleen een bedrag voor 2018 opgenomen van 1 miljoen euro. De benodigde middelen voor de jaren na 2018 komen terug bij de begroting 2019 en verder.

26. Informatieveiligheid
De gemeente beschikt over een grote hoeveelheid informatie over burgers en bedrijven. Toenemende wet- en regelgeving zoals de meldplicht datalekken en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (Europese regelgeving vanaf 2018) maakt dat we steeds meer energie moeten steken in het borgen van de informatieveiligheid. Ook hebben we in toenemende mate te maken met beveiligingsincidenten als gevolg van aanvallen van buiten via bijvoorbeeld virussen en ransomware.
Dit maakt extra investeringen op het gebied van bemensing (structureel inbedden, toetsen en bijsturen van gemaakte afspraken in het kader van informatiebeveiliging) noodzakelijk. Daarnaast zijn aanvullende middelen nodig voor het uitvoeren van risico-analyes, “hack”testen, en het monitoren van systemen.
De noodzaak om meer structurele aandacht aan informatieveiligheid te besteden sluit aan bij bevindingen van de accountant. Ook na uitbesteding van de generieke ICT blijven de taken onderdeel van de gemeentelijke organisatie.
In het minimaal noodzakelijke scenario is een structurele bijdrage van 225 duizend euro benodigd vanaf 2018.

27. Onderhoud Oosterpoort
In onze brief van 12 juli 2017 (nr. 6437276) over het onderzoek naar de toekomst van de Oosterpoort en de Stadschouwburg bent u geïnformeerd over de hogere kosten die we verwachten op het gebied van onderhoud bij de Oosterpoort. In de brief hebben we aangegeven bij de begroting 2018 een voorstel te willen doen voor in totaal structureel 1,16 miljoen euro vanaf 2018. Uit de second opinion, verricht door Draaijer en Partners, blijkt een jaarlijks tekort van 900 duizend euro op onvermijdbare onderhoudskosten. Daarnaast willen we dat het gebouw zo veilig mogelijk is. Voor extra beveiligingsmaatregelen stellen we vanaf 2018 een structureel budget van 260 duizend euro beschikbaar.

28. Vervanging gele stenen binnenstad
De gele stenen in de binnenstad worden steeds gladder, waardoor het risico op valpartijen toeneemt, vooral wanneer de stenen nat zijn. Uit een meting in het najaar van 2016 blijkt dat bij een aantal straten de stroefheid inmiddels op of onder de minimale verzekeringsgrens ligt. In de andere straten ligt de stroefheid nog boven de grens, maar is het een kwestie van tijd dat ook deze straten onder de minimum grens komen.
We willen de komende vijf jaar alle stenen in de binnenstad vervangen door een nieuwe steen die voldoende stroef blijft. Om de grootse risico ’s in 2018 te beperken, ruwen we de gladste straten in de tussentijd op.
De kosten van de gehele operatie bedragen 8,6 miljoen euro, waarvan 6,9 miljoen euro in de periode tot en met 2021. Dekking kan voor een deel worden gevonden in de hiervoor nog beschikbare incidentele middelen. De overige investeringskosten (ruim 8,1 miljoen euro, waarvan 6,4 miljoen euro tot en met 2021) bouwt in de komende jaren op tot een structurele kapitaallast van 332 duizend euro. Deze kan in de komende jaren voor 80 duizend euro worden gedekt uit (het voorkomen van) onderhoud. Het knelpunt komt daarmee op 75 duizend euro in 2018 oplopend tot 252 duizend euro in 2021.

29. Uitvoeren taken omgevingslawaai
De gemeente heeft in 2011 van het ministerie van Infrastructuur en Milieu een éénmalige subsidie gekregen voor de uitvoering van de EU-richtlijn Omgevingslawaai (voorbereiding geluidkaarten en actieplan). Deze subsidie is gebruikt voor de voorbereiding van projectaanvragen voor BSV-subsidies (Bureau Sanering Verkeerslawaai) en voor de dekking van niet-subsidiabele kosten bij BSV-projecten. Ook de voorbereiding van de nieuwe digitale luchtkwaliteitskaart is ten laste gebracht van deze subsidie. In 2017 worden resterende middelen van de subsidie uitgegeven. Vanaf 2018 is de subsidie volledig ingezet en zijn er geen middelen voor de uitvoering van deze taken.
Voor de uitvoering van wettelijke taken is een incidenteel budget nodig voor de voorbereiding van aanvragen van subsidies en voor de niet subsidiabele kosten. Het gaat om woningen die sinds 1986 op de saneringslijst van de Wet geluidhinder staan. Daarnaast is er een structureel budget nodig voor het periodiek opstellen van digitale geluidkaarten, een luchtkwaliteitskaart en een actieplan wegverkeerslawaai en voor de uitvoering van het actieplan (wettelijke taken op het gebied van omgevingslawaai en luchtkwaliteit).

30. Subsidie- en uitvoeringskosten SW
Het subsidie- en uitvoeringstekort bij de sociale werkvoorziening zijn geactualiseerd. Het uitvoeringstekort ontwikkelt zich 200 duizend euro gunstiger dan verwacht. Het subsidietekort neemt de komende jaren verder toe. De belangrijkste verklaring hiervoor is een lager effect van het lage inkomensvoordeel (LIV) dan in de vorige begroting was opgenomen. Daarnaast zien we dat het aantal SW-ers minder snel afneemt dan verwacht en dat er meer mensen vanuit begeleid werken instromen in het beschutte bedrijf. Ook landelijk zien we dat de uitstroom achterblijft bij de aannames van het Rijk. Gemeenten ontvangen daardoor een lager subsidiebedrag per SW-er. De loonkosten nemen minder snel af.
Aan de andere kant ontvangen we een groter budget voor de uitvoering van de Wsw (wet sociale werkvoorzienig) via de integratie uitkering sociaal domein. De toename ontstaat doordat het budget is geïndexeerd en er rekening is gehouden met een groter aantal SW-ers. Daarnaast wordt bij de  verdeling van de landelijke middelen voortaan gekeken naar de gemeente die de uitkering betaalt en niet meer de gemeente waar de SW-er woont. Voorheen verrekenden gemeenten en SW bedrijven deze kosten met elkaar.
De wijzigingen in de meicirculaire leiden tot een voordeel van 550 duizend in 2018, 450 duizend in 2019, 300 duizend in 2020 en 250 duizend in 2021.
Per saldo verslechtert het resultaat in 2018 op de SW met 0,7 miljoen euro ten opzichte van de vorige begroting, aflopend tot 0 vanaf 2021.

31. Veiligheidsregio
De afgelopen jaren heeft de Veiligheidsregio een aantal autonome ontwikkelingen incidenteel (binnen de eigen begroting) kunnen opvangen. Vanaf 2018 is dit niet langer mogelijk omdat de incidentele ruimte niet meer beschikbaar is.
In 2016 is een door een extern bureau een takenevaluatie gestart met als doel inzichtelijk te maken op welke wijze het takenpakket van de Veiligheidsregio duurzaam in evenwicht kan worden gebracht met de beschikbare middelen. Uit de takenevaluatie blijkt dat de Veiligheidsregio beleidsarm is ingericht en de focus ligt op de uitvoering. Dit uit zich in een relatief lage overhead en in een smalle top. De verwachting is dan ook niet dat er door het voeren van een takendiscussie een significante besparing te behalen valt. Het rapport geeft een richting voor de takendiscussie.
Dit betekent dat de bijdrage van de deelnemers aan de Veiligheidsregio omhoog moet. Daarnaast is (onder andere) sprake van hogere kosten als gevolg van hogere pensioenlasten, hogere lasten functioneel leeftijdsontslag (FLO) als gevolg van het verhogen van de AOW leeftijd en hogere opleidingskosten.
Voor de gemeente Groningen leidt dit tot een aanvullende bijdrage van 0,9 miljoen euro in 2018, 1,0 miljoen euro in 2019 en 2020 en 0,8 miljoen euro vanaf 2021.

32. Wmo/Beschermd Wonen/Jeugd
Op basis van de resultaten over 2016, het geactualiseerde beeld over 2017 en informatie uit de mei- en septembercirculaire over de beschikbare budgetten hebben we het financieel beeld voor het sociaal domein geactualiseerd. We stellen de komende jaren extra beleidsmiddelen beschikbaar voor de uitvoering van de taken op het gebied van WMO, beschermd wonen en jeugd. In totaliteit gaat het om een bedrag van ongeveer 8 miljoen euro in 2018. In de jaren daarna verwachten we dat het tekort zal afnemen.
Zoals aangegeven in VGR2017-I en VGR2017-II vallen de kosten 2017 hoger uit dan begroot. Met name de kosten WMO-Zorg in natura en Jeugdwet-Zorg in natura zijn gestegen. Deze lijn zet zich voort in 2018. We nemen maatregelen om beter in control te komen op Wmo en Jeugdwet en om de kosten van zorg in natura te verlagen. Hierbij gaat het om maatregelen gericht op de toegang, zorgaanbieders en de ondersteuning jeugd en gezin. Daarnaast werken we aan de ontwikkeling van het Gebiedsondersteunings netwerk (GON) per 1/1/2019.

33. Aanpak kindermishandeling 2018
In het voorjaar van 2016 heeft de raad een motie vastgesteld, waarin werd gevraagd een apart budget voor kindermishandeling beschikbaar te stellen. Daarbij heeft de raad de wens uitgesproken te investeren in de samenwerking met het onderwijs als belangrijke partner in het voorkomen en bestrijden van kindermishandeling.
In december 2016 is ons Handelingsprotocol Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld vastgesteld. Het vaststellen en bevorderen van het gebruik van een meldcode huiselijk geweld is een wettelijke verplichting. Daarnaast heeft de gemeente een taak om toezicht uit te oefenen op organisaties die actief zijn op het terrein van de maatschappelijke ondersteuning en de kinderopvang.

De aanpak kindermishandeling is in 2017 gedekt vanuit incidentele extra beleidsmiddelen. Vanaf 2018 is een aanvullend budget nodig voor de aandachtsfunctionaris kindermishandeling die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het scholingsprogramma intern en extern en het bevorderen van het gebruik van de Meldcode. Daarnaast is hij onderdeel van het handelingsprotocol, omdat hij geconsulteerd moet worden bij toepassing van de meldcode. We stellen hiervoor structureel 100 duizend euro beschikbaar.

34. Alternatief vervoer binnenstad
Op 24 februari 2016 heeft de raad de visie ‘Bestemming Binnenstad’ vastgesteld. Hierin wordt de gewenste ontwikkeling van de binnenstad van Groningen geschetst. In de visie is vastgelegd dat de bussen in de toekomst niet meer stoppen op de Grote Markt en voor de Der Aa-kerk. In de inspraak en door de raad is veel aandacht besteed aan de bereikbaarheid voor busreizigers. Om tegemoet te komen aan de zorgen over de bereikbaarheid van de binnenstad is een verkennende studie verricht naar alternatieve vervoersconcepten. Het rapport ‘Alternatief vervoersconcept voor een gastvrije binnenstad’ van BonoTraffics is ter kennis van de raad gebracht. We hebben aan de raad toegezegd dat er een vorm van alternatief vervoer beschikbaar is, zodra de westelijke routes worden aangepast. Op 29 juni 2016 is het inrichtingsplan ‘Bussen over West’ door de raad vastgesteld. Met betrekking tot het alternatieve publieke vervoer is ook besloten te starten met een pilot ‘Alternatief vervoer West’. Deze twee jaar durende pilot wordt gebruikt om te experimenteren met verschillende vervoersvormen en routes. De ervaringen die worden opgedaan in de pilot worden gebruikt voor de ontwikkeling van een vervoersconcept voor de hele binnenstad. Voor de dekking voor het tweede jaar van de pilot, dat jaar loopt van september 2018 tot en met augustus 2019 stellen we extra beleid beschikbaar. De kosten van het tweede jaar worden geschat op 250 duizend euro, evenredig verdeeld over 2018 en 2019.

De uitkomsten van de pilot zijn bepalend voor de invoering van een vervoersconcept voor de gehele binnenstad. Op dit moment is nog geen goede inschatting te maken van de kosten hiervan. Bij de voorbereiding van de begroting 2019 zal nader worden ingegaan op de structurele kosten.

35. Schoonmaak sportaccommodaties
In de loop der jaren zijn gebruikers steeds kritischer geworden op hygiëne en schoonmaak van sportaccommodaties. Uit het periodieke klanttevredenheidonderzoek blijkt dat de hygiëne in sportaccommodaties als onvoldoende wordt beoordeeld. Het is daarom nodig de schoonmaak van sportaccommodaties structureel te verbeteren. Hiervoor stellen we vanaf 2018 structureel extra middelen beschikbaar (132 duizend euro). Daarnaast willen we onderzoeken in hoeverre nanotechnologie kan bijdragen om de schoonmaak efficiënter en effectiever uit te kunnen voeren. Hiervoor stellen we aanvullend in 2018 21 duizend euro beschikbaar.

36. Bijdrage integraal gebiedsgericht werken
In het Coalitie-Akkoord 2014-2018 is de aanzet gegeven voor het integraal gebiedsgericht werken waarmee we nieuwe impulsen willen geven aan de wijken. Met de inmiddels 2,5 jaar functionerende gebiedsteams, onder aansturing van wijkwethouders, brengen we gebiedsgerichte samenhang aan binnen de stedelijke programma’s. Daarnaast organiseert het gebiedsteam een veelheid aan processen die vorm en inhoud geven aan onze doelen voor de wijken.

Voor 2018 gaan we uit van een totaal gebiedsprogramma ter grootte van 5 miljoen euro. Met een wijkwethoudersbudget van 0,2 miljoen euro per stadsdeel behouden we de flexibiliteit in het programma. Dit is van belang gelet op mogelijk nieuwe initiatieven die zich gedurende het jaar aandienen. Er is dekking voor 3,3 miljoen euro. We stellen voor 2018 een aanvullende bijdrage van 1,9 miljoen euro beschikbaar. Voor 2019 reserveren we een aanvullende bijdrage van 850 duizend euro. Het is aan de nieuwe coalitie om te bepalen hoe verder wordt gegaan met het gebiedsgericht werken.  

37. Strategische positionering
We willen ons sterker positioneren en onze economische kracht versterken om Groningen ook in de toekomst leefbaar en dynamisch te houden. Onderdeel daarvan is een betere profilering en lobby in Den Haag en Brussel met als doel de zich aandienende kansen beter te kunnen benutten. Voor onze positionering en profilering zien we goede mogelijkheden op het vlak van de energietransitie en klimaatadaptatie, voor onderwijsinnovatie en verdere versterking van onze leefkwaliteit. Op het vlak van de energietransitie/klimaatadaptie willen we daartoe, gezien de benodigde specialistische kennis, een externe aanjager aanstellen met een groot netwerk die ons stevige impulsen kan geven. Daarnaast willen we een lobbyist in Den Haag benoemen die gekoppeld kan worden aan een interne lobbycoördinator. Voor deze externe aanjager, de lobbyist in Den Haag en de interne lobbycoördinator stellen we 200 duizend euro beschikbaar.

38. Revitalisering Stadhuis
Bij het stadhuis moet een aantal noodzakelijke maatregelen worden getroffen. Het gaat bijvoorbeeld om uitbreiding in verband met de groei van het aantal raadsleden, noodzakelijke onderhouds- en versterkingsmaatregelen en maatregelen op het gebied van verduurzaming. Daarnaast biedt de aanpak van het stadhuis ook een mogelijkheid het monumentale karakter te verbeteren en voor een kwaliteitsslag waarmee we het functioneren van het gebouw optimaliseren en weer bij de tijd brengen. Eind september 2017 heeft uw raad ingestemd met de optie waarbij de raadszaal wordt verplaatst naar de derde verdieping. De eenmalige kosten van deze optie bedragen per saldo 1,136 miljoen euro (jaarlijks 379 duizend euro in de jaren 2018, 2019 en 2020). De structurele kosten bedragen jaarlijks 589 duizend euro vanaf 2021.

39. Omgevingsdienst Groningen
Om de vergunningverlening en het toezicht op het gebied van milieu bij de Omgevingsdienst op het gewenste niveau te krijgen verhogen we de bijdrage aan de Omgevingsdienst structureel met 200 duizend euro vanaf 2018.

40. Ontwikkeling vluchtelingen, asielzoekers en statushouders
Voor de invoering en uitvoering van een nieuwe werkwijze om statushouders kwalitatief te integreren en voor de uitvoering van diverse projecten zoals afgesproken in het onderwijsconvenant stellen we voor de jaren 2018 en 2019 jaarlijks 300 duizend euro beschikbaar. De extra middelen zijn nodig voor assessments en coaching (2 fte) van statushouders en een coördinatiepunt voor uitvoering, beleid en regie (0,5 fte). Met de inzet van 2 extra fte voor trajectregie verwachten we in de ontwikkelfase 20 vergunninghouders per maand volgens de nieuwe werkwijze te kunnen begeleiden. Daarnaast wordt hiermee een vervolg gegeven aan de pilots uit het convenant en wordt een vervolg gegeven aan het impactonderzoek. Het uiteindelijke doel is een aanpak te ontwikkelen waarmee de trajectregisseurs, en de betrokken samenwerkingspartners, een instrument in handen krijgen om vergunninghouders te begeleiden naar een succesvol integratieproces.

41. Energieaanpak gebouwen
In ons coalitieakkoord hebben we aangegeven 24 groot verbruikende gemeentelijke gebouwen een sprong te willen laten maken naar energielabel A. Deels wordt dit gerealiseerd door het inzetten van de besparingen op energie en onderhoud, maar voor een deel van de verduurzaming zijn extra middelen noodzakelijk. We stellen hiervoor structureel 90 duizend euro beschikbaar vanaf 2018.

42. Uitvoering watervisie
In mei 2017 heeft de raad de eerste fase (2017) van het uitvoeringsprogramma watervisie vastgesteld. Hierbij hebben wij aangegeven jaarlijks in november bij u terug te komen met een voorstel voor het uitvoeringsprogramma watervisie en bijbehorend budget. In het voorstel hebben we aangegeven voor 2018 naar verwachting een bedrag van 450 duizend euro extra nodig te hebben bovenop de beschikbare middelen, en dat we de raad in november informeren of wij dit volledige bedrag nodig hebben. Actualisatie van het uitvoeringsprogramma fase 2 (2018) leidt tot een bijstelling van het benodigde budget naar 220 duizend euro in 2018. In november 2017 leggen we uitvoeringsprogramma fase 2 (2018) ter besluitvorming voor aan de raad.

43. Aanpak mensen met verward gedrag
Voor de aanpak van mensen met verward gedrag is jaarlijks 40 duizend euro extra nodig vanaf 2018. Het betreft hier de ondersteuning en begeleiding van kwetsbare en overlast gevende mensen.

44. Interne verzelfstandiging OPSB
Voor het project Onderzoek Interne verzelfstandiging  OPSB is een werkbudget beschikbaar gesteld van in totaal 150 duizend euro (75 duizend euro in 2018 en 75 duizend euro in 2019). De mogelijkheden en organisatorische en financiële consequenties van interne verzelfstandiging zullen worden onderzocht en uitgewerkt in een voorstel.

45. Verzelfstandiging CBK
In de cultuurnota 2017-2020 staat de opdracht de mogelijkheid voor verzelfstandiging van het CBK te onderzoeken. In het najaar van 2017 presenteren we de uitkomsten van dit onderzoek en de eventuele vervolgstappen. Vooruitlopend hierop reserveren we middelen voor een eventuele verzelfstandiging van het CBK. Met deze verzelfstandiging zijn frictiekosten en transitiekosten gemoeid. Hiervoor reserveren we in 2018 een bedrag van 343 duizend euro, in 2019 326 duizend euro, in 2020 54 duizend euro en in 2021 22 duizend euro.

46. Structurele kapitaallasten ruilmiddelen
Bij de dekkingsmogelijkheden in deze begroting houden we rekening met een ruil van incidentele met structurele middelen. We spelen incidentele middelen vrij die zijn bestemd voor investeringen door de kapitaallasten structureel te dekken in de begroting. In totaal gaat het om een incidenteel bedrag van 38 miljoen euro. Dit bedrag zetten we in als incidentele dekking in 2018 en 2019. De structurele kapitaallasten hiervan bedragen 1,31 miljoen euro in 2018 oplopend tot 1,8 miljoen euro vanaf 2019.

47. School Meerstad
Om de te verwachten groei van het aantal leerlingen in Meerstad de komende jaren te kunnen huisvesten is de bouw van een nieuwe basisschoolvoorziening nodig. Het gaat om een voorziening voor circa 450 leerlingen, lokaal- en andere ruimten. In het bouwplan zal op dezelfde locatie ook een nieuwe gymzaal voor het bewegingsonderwijs worden meegenomen. De totale investering bedraagt 6,5 miljoen euro. In de berekening van de te dekken structurele last ad 394 duizend euro zijn niet alleen kapitaallasten, maar ook eigenarenlasten zoals OZB, verzekeringen en het onderhoud van de gymzaal meegenomen. Het onderhoud van het schooldeel komt in de toekomst volledig voor rekening van de gebruiker, de basisschool.

48. Voeding Stedelijk investeringsfonds

Als gevolg van de overheveling van bovenwijkse voorzieningen uit de grondexploitatie Meerstad is het risico aanzienlijk lager geworden. Daardoor hoeven we voor dit risico minder weerstandsvermogen aan te houden. In totaal verlaagt het benodigd weerstandsvermogen met 22,2 miljoen euro (zie voor een nadere toelichting bij de dekkingsbronnen 2018-2021 dekkingsbron nr. 5). Van dit bedrag voegen we in 2018 17,3 miljoen euro toe aan het stedelijk investeringsfonds. Deze middelen willen we als volgt inzetten:

  • Plankosten Ontwikkeling Suikerfabriekterrein (1,5 miljoen euro);
  • Plankosten Eemskanaalzone (0,25 miljoen euro);
  • Plankosten huisvesting Vrijdag (0,25 miljoen euro);
  • WKO Stationsgebied (0,2 miljoen euro);
  • Watervisie (0,45 miljoen euro);
  • Versnelling Energietransitie (1,8 miljoen euro);
  • Verkeersveiligheid (1,0 miljoen euro);
  • Zernikelaan (1,8 miljoen euro);
  • Fietstunnel, langzaam verkeersroute langs het Hoendiep (10 miljoen euro).

Hieronder worden alle investeringen afzonderlijk toegelicht.

Plankosten Ontwikkeling Suikerfabriekterrein
In het laatste kwartaal van 2016 heeft uw raad de ontwikkelstrategie voor de voormalige Suikerfabriek vastgesteld. Op basis van deze ontwikkelstrategie is een uitvoeringsprogramma opgesteld, dat in het eerste kwartaal van 2018 zal worden voorgelegd aan uw raad. Om versneld de eerste woningbouwlocatie te kunnen ontwikkelen en de langzaam verkeersverbinding/fietstunnel langs het Hoendiep uit te werken reserveren we een plankostenbudget van 1,5 miljoen euro.

Plankosten Eemskanaalzone
In het eerste kwartaal van 2018 krijgt u de Visie Eemskanaal ter besluitvorming voorgelegd. De Visie Eemskanaalzone omvat een stedenbouwkundige visie voor het gebied, gekoppeld aan een ontwikkelstrategie, infrastructurele opgaven en prioritering van (woon)ontwikkellocaties. In 2018 willen wij de woonontwikkelingen Damsterdiep (zuidzijde) en de Containterminal versneld oppakken. Hiervoor reserveren we een budget van 0,25 miljoen euro.

Plankosten huisvesting Vrijdag
In het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2017-2020 (Cultuurnota) is aangegeven dat we de centrale huisvesting van kunstencentrum Vrijdag aan de St Jansstraat onderzoeken. De afweging hierover verbinden we aan de aangekondigde visieontwikkeling van Vrijdag. Er is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de mogelijkheden voor de huisvesting van alleen Vrijdag in de panden aan de St Jansstraat. Over de visieontwikkeling en deze studie informeren we uw raad afzonderlijk. We willen daarnaast onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de huisvesting van andere functies aan het plan toe te voegen (bijvoorbeeld commerciële functies, woningbouw, andere culturele functies). Daarmee kan het een gebiedsontwikkelingsproject worden. Hiervoor en voor eventuele vervolgstappen reserveren we 250 duizend euro.

WKO Stationsgebied
In het kader van de gemeentelijke duurzaamheidsambities en het WKO beleid is een verkenning gedaan op de kansen voor WKO (warmte- en koude opslag) in het stationsgebied. Hiervoor is o.a. een bodemenergieplan opgesteld. Gelet op de positionering van de (toekomstige) bronnen is het kansrijk gebleken om de beoogde gebiedsontwikkeling aan de zuidzijde van de sporen, alsook de kantoren aan de noordzijde van het station en de stationswinkels op de WKO aan te sluiten. Bij de ombouw van het station is het, in het kader van werk met werk maken, daarom gewenst meteen de WKO leiding ten behoeve van de toekomstige aansluitingen voor de Noordzijde en het stationsgebied aan te leggen. Hiermee is een investering gemoeid van 400 duizend euro. Beoogd wordt de helft van de investering ten laste te brengen van het budget ‘Versnelling Energietransitie’. Voor de resterende 200 duizend euro reserveren we middelen in het Stedelijk investeringsfonds.

Watervisie
Op 31 mei 2017 heeft uw raad de Watervisie ‘Koersen op Water’ vastgesteld. De watervisie heeft tot ambitie om water toegankelijker en beleefbaar te maken. In de Watervisie is deze ambitie nader uitgewerkt voor de verschillende gebieden en locaties, zoals bijvoorbeeld de Diepenring. Ter realisatie van de ambities in de watervisie wordt ingezet op de aankoop van 2 tot 3 boten per jaar. Voor 2018 reserveren we hiervoor een budget van 450 duizend euro.

Versnelling Energietransitie
Groningen wil energieneutraal zijn in 2035 en daarmee koploper in de energietransitie. Om die ambitie waar te maken zijn forse investeringen nodig. Er wordt samengewerkt met de provincie om financiering vanuit de rijksoverheid en bedrijven los te krijgen voor dit doel. Tot op heden leidt dit echter niet tot voldoende extra slagkracht. Deze extra investering vanuit de gemeente is dan ook nodig om de ambitie kracht bij te zetten en om de benodigde opschaling te kunnen beginnen. Voorbeelden van projecten die met het extra budget van de grond kunnen komen zijn: een intensieve campagne energiebesparing bij bedrijven (besluitvorming in november as.), uitvoering van de eerste energieomgevingsplannen in de wijken (Groningen Aardgasloos 2035, 18 december 2016), onderzoek en ontwikkeling van lage temperatuur projecten (idem) en investering WKO Stationsgebied. De investering in de energietransitie is daarmee ook een investering in wijkvernieuwing en een stimulans voor de economie. Hiervoor reserveren we 1,8 miljoen euro.

Verkeersveiligheid
In 2018 geven wij extra aandacht aan het onderwerp verkeersveiligheid. Dit is de uitkomst van een debat hierover met uw raad (20 september 2017), waarbij we hebben afgesproken in het 'Meerjarenprogramma Verkeer en Vervoer 2018-2021' met oplossingen te komen om de verkeersveiligheid in de stad te verbeteren. Daarbij wordt de aanpak bepaald, prioritering aangegeven en bijbehorende financiële middelen in kaart gebracht. Uw raad heeft tijdens het Voorjaarsdebat 2017 een motie aangenomen waarin voorgesteld wordt hier extra financiële middelen voor vrij te maken. We reserveren hiervoor 1 miljoen euro.

Zernikelaan
Met de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool Groningen is afgesproken om samen de herinrichting van de Zernikelaan op de Zernike Campus Groningen ter hand te nemen. Er is op basis van definitief ontwerp een kostenraming opgesteld. De totale investering bedraagt 10,5 miljoen euro. Afgesproken is dat deze kosten door de 3 partijen worden gedeeld. Het gemeentelijke deel is 3,5 miljoen euro. Binnen de Grondexploitatie Zernike is een bedrag van 1,7 miljoen euro beschikbaar. Voor de resterende 1,8 miljoen euro reserveren we middelen in het Stedelijk investeringsfonds. De besluitvorming hiertoe zal in het eerste kwartaal van 2018 aan uw raad worden voorgelegd.

Fietstunnel, langzaam verkeersroute langs het Hoendiep

De langzaamverkeersroute Suikerfabriek–Hoendiep– Binnenstad is als wezenlijke verbinding in de ontwikkelstrategie ‘Nieuwe energie voor de Suikerfabriek’ erkend, die eind 2016 is vastgesteld voor de Suikerfabriek. Deze route verzorgt een goede ontsluiting van het voorterrein en zal woonontwikkelingen stimuleren. De route (inclusief tunnelbak onder het spoor en de westelijke ringweg) en bijbehorende kades zijn vooralsnog geraamd op een investeringsbedrag van incidenteel circa 10 miljoen euro, structureel 0,45 miljoen euro. De route en bijbehorende investeringsmiddelen maken onderdeel uit van het uitvoeringsprogramma Suikerunie, dat in het eerste kwartaal van 2018 aan uw raad ter besluitvorming zal worden voorgelegd.

49. MFA de Wijert
Met de nieuw te bouwen Multifunctionele Accommodatie (MFA) in de Wijert willen we een belangrijke impuls geven aan het leren en ontwikkelen in de Wijert. Met de nieuwe MFA verbeteren we de sociaal – economische positie van de wijk en bieden we ruimte aan de vraag in de wijk naar sport en verbinding. Voornamelijk door gestegen bouwkosten als gevolg van conjuncturele ontwikkelingen is het oorspronkelijke financiële kader vanuit 2012 niet voldoende om de MFA te realiseren. Na aanpassing van de uitgangspunten van het ontwerp en een aangepast programma van eisen resteert een structureel tekort van naar verwachting 140 duizend euro vanaf 2019. Voor dit tekort reserveren we structureel middelen vanaf 2019. In 2018 komen we met een definitief voorstel voor de inzet van deze middelen.

50. Effecten knelpunten op SSC
Wanneer bij de hierboven genoemde knelpunten sprake is van formatie uitbreiding leidt dit, naast de directe kosten, ook tot een stijging van de indirecte koste (overhead). Hierbij gaat het onder andere om kosten voor huisvesting, ICT en telefonie, administratie en adviseurs SSC.
Uitbreiding van formatie doet zich voor bij de omgevingswet, informatieveiligheid, uitvoering taken omgevingslawaai, aanpak kindermishandeling, inzet praktijkbegeleiders WIJ, uitvoering Watervisie, aanpak mensen met verward gedrag en ontwikkeling vluchtelingen, asielzoekers en statushouders.