Begroting 2018

Risico's van het grondbedrijf in relatie tot de reserve grondzaken en risicobeheersing

Om de toereikendheid van de reserves van het grondbedrijf te meten wordt de geprognosticeerde omvang van de reserve van het grondbedrijf vergeleken met de benodigde omvang. De geprognosticeerde omvang van de reserve bestaat uit het actuele saldo van de reserve grondzaken inclusief rentebijschrijving bestemmingsreserve Euroborg en grondbank en de verwachte toekomstige resultaten en onttrekking die ten gunste of ten laste komen van de reserve grondzaken en grondbank. Zowel de benodigde als geprognosticeerde omvang van de reserves van het grondbedrijf worden meegenomen bij het bepalen van het gemeentebrede weerstandsvermogen.

Het risico op een plantekort kan onder meer voortvloeien uit vertraging in het uitgiftetempo van gronden, uitgifte van gronden tegen lagere grondprijzen dan in de exploitatiebegroting is voorzien, aanbesteding van civieltechnische werken en vertraging in het tempo van realisering. Vanwege de complexiteit en omvang van het grondexploitatieproces en de beheersing hiervan wordt vanaf 2003 de risicoboxenmethode gebruikt voor de beheersing van de risico’s binnen de grondexploitatie. Voor het bepalen van de noodzakelijke omvang van de egalisatiereserve zijn de in box 3 aangegeven risico’s van de lopende grondexploitatie relevant. In de kadernota herijking weerstandsvermogen en risicomanagement is aangegeven dat de risicoboxenmethode gehanteerd wordt als de methode voor het bepalen van het weerstandsvermogen en is de methode nader toegelicht. De geactualiseerde kadernota is op 6 juli 2016 vastgesteld.

Vanaf 2014 wordt voor de grondexploitaties inclusief Meerstad en het strategisch grondbezit gewerkt met een meerjarenprognose van het weerstandsvermogen. Per 31 december 2016 heeft de meest recente actualisatie van het saldo plaatsgevonden. In onderstaande grafiek wordt de verwachte ontwikkeling vanaf per 31 december 2016 weergegeven. De berekening is gebaseerd op verwachtingen en aannames met betrekking tot toekomstige ontwikkelingen. Op voorhand is niet aan te geven welk risico zich uiteindelijk zal voordoen en zal leiden tot een tekort in de grondexploitatie.

In de kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement hebben we ervoor gekozen om geen wijzigingen aan te brengen in de risicoboxenmethode. Dit komt doordat vanaf 2016 andere regels van toepassing zijn op de grondexploitaties en bij de besluitvorming van de kadernota 2016 het nog te vroeg was om uitspraken te doen over de impact van de regels op het weerstandsvermogen. In de afgelopen periode zijn de uitgangspunten van de berekeningsmethodiek herijkt en de te hanteren rentepercentages en kostenindex aangepast kan worden voor de bestaande grondexploitatie binnen de gemeentelijk organisatie en de grondexploitatie Meerstad. Dit leidt tot een afname van het weerstandsvermogen van circa 24,7  miljoen euro bruto en netto 22,2 miljoen euro.  onderstaande grafiek is ook de ontwikkeling weergegeven op basis van de herijkte uitgangspunten. Wij verwachten in de komende periode een voorstel met wijziging van de berekeningssystematiek aan u voor te leggen.

* Inclusief grondexploitatie Meerstad

De omvang van de risico’s op 31 december 2016 volgens bedraagt 157,6 miljoen euro . De benodigde risicobuffer zal naar verwachting zich als volgt ontwikkelen:

jaar
(bedragen x  euro)

2.017

2.018

2019

2020

2021

Oud

158.799

155.709

152.167

154.110

148.267

Neuw

124.156

122.904

125.472

128.795

123.568

De omvang van het weerstandsvermogen wordt voor meer dan de helft bepaald door de grondexploitatie Meerstad (circa 64%) Het aandeel van de bedrijventerreinen bedraagt circa 15% en projecten CiBoGa, Europapark inclusief station en Kempkensberg, Grote Markt, Oosterhamriktracé en nog in exploitatie te nemen gronden in de berekening bedraagt circa 15%. De omvang van het benodigde weerstandsvermogen voor de grondexploitaties en gronden wordt meegenomen bij de bepaling van het totaal gemeentebreed benodigde weerstandsvermogen.

De risicoboxenmethode is gebaseerd op het boxenmodel van de lopende grondexploitaties. Voor de (grond) exploitaties waarvoor nog geen uitvoeringskrediet beschikbaar is gesteld wordt aangenomen dat er voldoende bijsturingsmogelijkheden aanwezig zijn dan wel subsidiebronnen of nieuwe beleidsmiddelen om een eventueel tekort af te dekken.